A. Klets (niet) uit je nek, we gaan stadten in Zwitserland. (7)Bazelen
B. Aanmoediging om bot te reageren op zinloos geweld. (11) stompzinning
C. Dan regent het zeker hagelslag voor boulimiapatienten? (10) vreetbuien
D. Hij zorgt ervoor dat het vreemde geld verfrist wordt. (12) kroonluchter
E. Al zingend wordt hier manna van gemaakt. (12)engelenkoren
F. ’t Is druk met boeven. (10) onverlaten
G. Mysterieuze aanduiding voor een rondbrood. (11) graancirkel
H. Deze persoonlijkheidsstoornis is als een lentebloem voor mij. (7) narcisme
I. Het was niet in het oosten dat er iemand bewusteloos raakte. (6.6)buiten westen
J. Die schiet met kokosnoten! (14) klapperpistool
K. Noorderlingen houden geen pauze op het ijs. (6.10) Friese doorlopers
L. Handig gewas. (12) vingerplant
M. Lekkere trommelstokken. (10) drumsticks
N. Deze familie kwam een paar keer op televisie in het geweer! (7) Flodder
O. Van die zweverige types kun je knap buikpijn hebben. (8) vlinders
P. De ondergang van computer hardware. (9) muizenval
Q. Zijn zij lid van de kijkersclub? (8) oogleden
R. Lichaamsdelen om af te tasten. (6) polsen