Friday, August 31, 2007

Oplossing crypto 96

A. Hier hangt een grote maagd rond. (5) knaap
B. Dramaserie op televisie. (9) traanbuis
C. Vis 44. (9) botvieren
D. Twee lekkertjes en dat is maar een klein gedeelte. (8 brokstuk
E. De tint van een joker. (10) schutkleur
F. Heilige linkse rakkers. (8) strooien
G. Na zo’n dreun heb je geen leven meer. (8) oplawaai
H. Vereniging die voor een Lady niet helder is. (8) vagebond
I. Is dit zoiets als een stel olietankers? (10) botervloot
J. Kunstzinnig, maar knorrig dier. (11) penseelzwijn
K. Die ontpoppen zich in je buik als Cupido raak schiet. (11) vlindertjes
L. Deze ingang is er nog maar net. (8) paspoort
M. Dit hebben gieren en hyena’s gemeen. (6) lachen
N. Lullig type arbeider. (8) behanger
O. Vervelende gereedschappen. (9) doorzagen
P. Is dit een zelfstandig naamwoord, een werkwoord of een lidwoord? (5) pijpen
Q. De ontploffing van een orgaan. (9) oorsprong
R. Soort oprotpremie. (9) smeergeld
S. Lied over kippen. (9) kakelvers
T. Niet ververst? (8) ongerijmd
U. Akelige injectie. (10) pokkenprik

Thursday, August 09, 2007

Oplossing crypto nr. 95

A. Studie naar een benedenweg. (9) onderzoek
B. Bij de marine tekeer gaan over een niet al te hippe plant. (8) uitvaren
C. Voor mooie rechte tanden moet je de eindjes aan elkaar knopen. (7) slotjes
D. Een lidwoord voor tijden verschaft openingen. (6) deuren
E. Bij zoveel natuurgeweld wordt de muis nat. (7) tsunami
F. Wat een slag als ik de auto krijg. (10) golfoorlog
G. Amfibie aan de drank? Wat een leut! (9) koffiepad
H. Dat is Hans Klok die zonder werk zit. (10) ontgoocheld
I. Zonder geld gecastreerd. (7) platzak
J. Ik ben voor okselfris en dat gratis en voor niks. (3.3) pro deo
K. Goed geklede varaan. (12) kraaghagedis
L. Kledingstuk voor een dierenliefhebber. (10) vlinderdas
M. Wat een gekke baby? (10) stapelwolk
N. Wie onder het gras zit, betaalt niet contact. (8) pofadder
O. Hier ligt vaders privé strand. (10) paaseiland
P. De laatste huid van een vis. (5) zeelt

Oplossing crypto nr. 94

A. De films over insecten worden eraan toegevoegd. (7) bijlagen
B. Er is 1 Europeaan teveel. (9) overschot
C. Stappers? (8) uitbenen
D. In de kern van een Engels lid schuilt een vlieger. (7) cockpit
E. Ik hoor hier de mooiste slag, of zit ik er naast? (8) miskleun
F. Char heeft niets met small of large. (6) medium
G. Als dat lekkere ding op stap gaat geeft dat luchtvervuiling. (8) uitstoot
H. Mondige en melige plant. (11) lipbloemige
I. Het hoofd van de bloemisterij. (9) tulpenbol
J. Lol trappen aan de top. (12) directiekeet
K. De wekker of een standje? (10) opgewonden
L. In de tuin werken geeft rugklachten. (7) spitten
M. Personeel van de koningin. (8)werkbijen
N. Ik zet een nul op een soepele Europeaan. (6) rekest
O. Ooit brandstof geweest. (10) wasbenzine
P. Een W voor een alibi geeft pret in het park. (6) Walibi
Q. Hij betaalt niet de volle mep, hij is nog maar pas ingenieur. (7) korting
R. Noot voor een insect geeft winderigheid. (7) tornado
S. Het doet er niet toe of het van een cijfer is voorzien. (8) ongeacht