A. Paspoort in klein formaat. (7) Ideetje
B. Geen lege vochtige gang. (5.5) volle vaart
C. Ja hoor, je komt op een goed tijdstip. (10) welgelegen
D. Die oen is op het vrijerspad. (10) scharrelei
E. Applaus voor het concert. (8) klapband
F. Organisch touw. (11) bindweefsel
G. Concept voor een uitje? (11) stappenplan
H. Hij houdt zich hoffelijk met het glaswerk bezig. (10) ruitenheer
I. Geef de scheids ook een glaasje! (7) fluitje
J. Niks geen enge kunst op tv. (10) breedbeeld
K. Ik hoor dat er een virus in de spamfilter zit. (8) meelworm
L. Lof voor de jongeheer! (6) erelid
M. Daar worden soms per ongeluk spruiten in weggespoeld. (8)badwater
N. Hypermobiel? (9) losbandig
O. Ruzie in de ondernemingsraad vanwege een voertuig. (5) motor
P. Buiïg. (9) weerwoord
Q. Smerige organza. (7) fijnstof
R. Ster? Nee de welbekende aarde. (13) wereldberoemd