A. Ik loop niet warm voor tongzoenen als ik dronken ben. (11) blauwbekken
B. De gene heerst in de zuidelijke regio. (12) schaamstreek
C. Die politiecamera’s van tegenwoordig zijn hip hoor! (8) flitsend
D. Door grapjes over slippertjes te maken loop ik er keurig bij. (8.7) schoenen poetsen
E. De vonk sprong over bij dat lekkere ding van het GEB. (11) stroomstoot
F. Dit is zoiets als koninginnedag in de winter. (11) vorstverlet
G. Dat is een glazenwasser zonder ballen! (8) lapzwans
H. De slager heeft stappers om op stap te gaan. (8) uitbenen
I. Lieve vogel. (9) zoetekauw
J. Is dat iemand met een vertraagd orgasme? (9) laatkomer
K. Ik word doodziek van zo’n raar muziekstuk. (7) malaria
L. Europeaan met ouderwets wapen. (9) musketier
M. Als je goed hebt geleefd is dit je laatste rustplaats. (8) hemelbed
N. Voor walvissen is het net zoiets als een houten klaas. (8) plankton
No comments:
Post a Comment