A. De naam van moeder overste. (5) Manon
B. Bomen die afdankertjes van opgevers moeten torsen. (6) wilgen
C. Juwelenkluis. (11) kettingkast
D. Werkruimte die een timmerman gebruikt om bij te spijkeren? (11) nagelstudio
E. Als aankleding jezelf uitkleden. (12) sierstrippen
F. Zonder cijfers geen respect. (9) minachten
G. Ik hoor dat we een eikeltest gaan doen. (11) hufterproof
H. En als eer aan de kok nemen we groente toe. (8) lofdicht
I. Toegang tot een klein Belgisch plaatsje. (6) Luikje
J. De energie van twee flexibele mensen. (10) spankracht
K. De broodheer gaat voor het water. (7) bakkerij
L. Inwoner van Emmen die graag fietst en van alles in zich opneemt. (11) pedaalemmer
M. Vervelende docenten van de Rijksuniversiteit Groningen. (9)RUGzakken
N. Het wrede lot van een pizza. (13) gevierendeeld
O. Kledingstuk van een ijzersterke man. (10)spijkerjack
No comments:
Post a Comment