A. Attributen om je op de kast te krijgen. (7) stangen
B. Kom “pelsdieren” onderzoeken. (9) napluizen
C. In plaats van luizig snoepgoed. (7) Vlodrop
D. Knolvrucht. (10) paardenvijg
E. Hier(mee) moet je tussen kiezen. (9) flosdraad
F. Kaartspel op televisie? (4.5.5) boer zoekt vrouw
G. Eigenschap van schepen die nergens aanleggen (11)voortvarend
H. Snertbeest (5)nerts
I. Grondige kerk (6) oerdom
J. Van te veel duivelsplekken raak je uit balans (10) overhellen
K. Niet actief * + je oren gebruiken (9) luisteren
L. Shit, dit is een huishoudelijk voorwerp om in te relaxen. (10) luieremmer
M. Bij de marine zijn ze niet rijk en bedorven. (7) landrot
N. Die gebruikt een dirigent om de toon aan te geven. (9) wijsvinger
O. Potverdorie, zonder deze dingen kunnen we niet afsluiten. (7) deksels
P. Vettigheid om af te vallen? (7) lijnolie
Q. Actie die rompslomp genereert. (5) gedoe
1 comment:
Great work.
Post a Comment