A. De smoel van een sufferd. (5) slome
B. Egyptische schijnheilige. (8) zonnegod
C. Da’s geen tiet die topless gaat. (5.5) brave borst
D. Gepeperde Europeaan als middenstander. (10) kruidenier
E. Een beetje huiveren bij Pearl. (7) brillen
F. Als je teveel borrelt krijg je zo’n kleur. (11) pimpelpaars
G. Grapje over ordinaire meiden. (10) slettenbak
H. De pruik van Willy Wortel. (8) peenhaar
I. Meer plaats betekent minder lucht. (7) ventiel
J. Dit knaapje is impotent. (9) hangertje
K. Hij is vroeger een eikel geweest. (6) waszak
L. Geef een pluim aan een onderdaan en je komt aan de overkant. (8)voetveer
M. Letters die er vandoor gaan? (9) smeerkaas
N. IJsland? Nee, ik ben een mooiprater. (9) gladakker
O. 1 vis + 1 vis = 1 vis. (10) snoekbaars
P. Het meisje kijkt als een sardientje. (9) ingeblikt
Q. Het klopt wel in het centrum van Amsterdam. (9) stadshart
R. Een huis voor je bed? (9) hutkoffer
S. De moeder van Maurice d’Hondt veroorzaakt klachten. (5) reuma
T. De militaire vliegtuigen lopen goed. (11) legerkisten
No comments:
Post a Comment