A. De grootste familie van Nederland is voor groente. (10) trostomaat
B. “Lekkele schone melk” zei de Chinees. (6) zuivel
C. Een keertje in de rij voor een mysterieus dossier. (5) xfile
D. Kleine ----- (9) minnetjes
E. Video’s over de hemel. (11) luchtbanden
F. Kenmerk waar we de wc-pot aan herkennen. (11) brildragend
G. Dit krijg je van de theepot. (8) geschenk
H. Gezellig, zo’n huiselijke figuur in de bak. (7) zithoek
I. Speels hartje aan het toetsenbord. (9) tikkertje
J. Ik hoor dat we pauze houden om bij te slapen. (8) pitsstop
K. Nette man die ondergronds werkt. (7) mynheer
L. Het nachtleger is in de wolken. (8) luchtbed
M. Die schoonmaker is ooit weggeweest. (9) wasstraat
N. Dit is precies de droge tijd. (6) secuur
O. Ik aas op een trommel. (8) buskaart
P. Soort dwarsstraat op zee? (9) vaarwater
No comments:
Post a Comment