A. Kledingstuk van een kip. (7) legging
B. Ik word treurig van die barbequesaus. (8) zomerdip
C. Zacht worden door een week pittig te zijn. (10) teerhartig
D. Een streep door de Story? (10) verhaallyn
E. Dan kan er in de regel niks nuttigs meer bij. (6) zinvol
F. Ik lijk misschien een pierlala, maar dat is nep. (9) schijndood
G. Word je dat als je je lippen laat opspuiten? (8) mondiger
H. Niet gewichtig, wel? (9) lichtbron
I. De agenda van een incassobureau. (12) maankalender
J. Slaapplaats van (zieke) Europeanen. (10) lappenmand
K. Een borrel voor een schaakstuk. (12) martinitoren
L. Het overgewicht van een meisje zorgt dat de boel soepel blijft. (7) ingevet
M. Frans, wagen we ons aan zo’n zure (ouwe) taart? (11) citroencake
N. De begrafenis van een schipper. (8) uitvaart
O. Geheime collectebus voor slechthorenden. (7) doofpot
P. Een mixje voor wie in juli geboren is. (14) kreeftcocktail
Q. Onhandige piloot. (12) stuurknuppel
R. Die zou je kunnen zien als een Tom Tom. (10) waarzegger
S. De warmwaterzak van een Marokkaan vind je op het strand. (8) alikruik
T. Geen stadse letters. (10) boerenkaas
U. Geld voor een kruidendrankje. (8) muntthee
V. Ik hoor dat er gebrek aan vette grond is? (7) kleinood
W. Verzamelplaats voor knuppels. (10) hoenderhok
X. ’t Is bar, zo’n schaakstuk. (10) kroegloper
Y. Geld voor een spier is continentaal. (8) europees
Z. Dus zo noemen we een collega met wie we een verhouding hebben? (12) zakenrelatie
No comments:
Post a Comment